Vanaf groep 5-6 is het dan zover, je kind moet topografie gaan leren. Veel kinderen hebben moeite om de plaatsnamen en provincies uit hun hoofd te leren. Jij als ouder hebt dan vaak een belangrijke rol om je kind aan een voldoende te helpen. Aan het einde van de middag en in de vroege avond komen de plattegronden van aardrijkskunde tevoorschijn om weer te oefenen. Hoe kan het zo zijn dat kinderen moeite hebben om topografie te leren? Wat zijn de tips voor mij als ouder om mijn kind te helpen bij het leren van topografie? In deze blog het antwoord!

Met name kinderen met dyslexie hebben moeite om topografie te leren. Dyslexie is een automatiseringsstoornis waardoor feitenkennis lastig wordt onthouden. De verschillende plaatsnamen zegt hen niets en ze hebben geen beeld bij woorden zoals ‘De Rijn’ of ‘Alkmaar’. Vaak zien we wel dat kinderen de plaatsen in de buurt wel onthouden. Deze namen hebben namelijk betekenis. Wanneer we na gaan denken over plaatsen en landen buiten Nederland wordt het helemaal lastig. Welk kind is bijvoorbeeld weleens in Bulgarije geweest en kan iets vertellen over de hoofdstad Sofia?

Ik heb 5 tips voor jou als ouder om je kind te helpen bij het leren van topografie.

Tip 1:

Maak de plattegrond levendig door gebruik te maken van kleuren. Geef bijvoorbeeld de rivieren een blauwe kleur en de provincies elk een eigen kleur. Dit maakt de plattegrond al duidelijker voor het kind.

Tip 2:

Maak associaties. Kinderen hebben geen beeld bij plaatsen waar ze nog nooit zijn geweest. Zo kan je als ouder vertellen over de kaasmarkt in Alkmaar of er een filmpje over laten zien. Op deze manier krijgen deze steden meer betekenis en worden ze beter onthouden. Associaties kunnen ook worden gemaakt door te gaan rijmen op het woord of na te gaan waar je zoon of dochter aan denkt bij deze plaatsnaam. Zoek daarbij naar verbanden. Bijvoorbeeld de stad Den Helder. Helder is lucht, lucht is boven en Den Helder ligt in het puntje van de provincie Noord-Holland. Let daarbij wel op dat de associaties gemaakt moeten worden door je zoon of dochter zelf. Het moeten de associaties zijn van je kind en niet van jou als ouder.

Tip 3:

Reis maken. Dit heeft deels te maken met tip 2, maar als ouder kan je goed ondersteunen door aan de hand van de te leren plaatsnamen of landen een verhaal te verzinnen. In het verhaal staat je reis door alle plaatsen en/of landen centraal. Je gaat een verhaal verbinden aan de verschillende locaties. Op deze manier krijgen niet alleen de verschillende namen betekenis maar wordt de volgorde ook benadrukt.

Tip 4:

Werk verdelen. Het is belangrijk dat niet alles van topografie op 1 avond wordt geleerd. Verdeel de te leren plaatsen over verschillende dagen. Daarbij is een houvast om altijd te starten met wat je de vorige dag hebt geleerd als herhaling. Vervolgens voeg je er een paar plaatsen aan toe zodat je op de laatste dag alleen nog maar hoeft te herhalen.

Tip 5:

Overhoren. De dag voor de toets neem je samen met je zoon of dochter nog een keer alles door van topografie. Goed om te weten is dat bij kinderen met dyslexie eigenlijk nooit schrijffouten worden gerekend bij een topografietoets. Dat neemt in ieder geval de druk weg om alle plaatsen juist te leren schrijven. Het is toch ook geen spellingsles?!

Ik hoop dat jullie veel hebben aan bovenstaande tips. Mochten jullie nog tips hebben voor andere ouders, dan hoor ik het graag in een onderstaande reactie!

Auteur: Loes de Jong-Janbroers