Hoe kan ik mijn kind met dyslexie helpen de tafels te leren? Dit is een vraag die ik vaak te horen krijg van ouders. Het klopt dat kinderen met dyslexie vaak moeite hebben met het automatiseren en dit heeft echt niet alleen met taal te maken, zoals het automatiseren van de klank-tekenkoppeling. Vaak is het rekenbegrip wel goed, maar hebben deze kinderen meer moeite met het vlot cijfermatig toepassen van de rekenbewerkingen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dit zowel met het werkgeheugen als met het langetermijngeheugen te maken heeft. Deze beide geheugens zijn erg talig ingesteld en heb je ook nodig bij het lezen en spellen. Je kan je wel voorstellen dat het automatiseren daarom wat lastiger is voor kinderen met dyslexie. Maar het is, zeker niet onmogelijk!
Kinderen met dyslexie hebben vaak naast ernstige lees- en spellingsproblemen ook moeite met bepaalde rekentaken. Zoals ik zojuist al benoemde gaat dit vooral om rekentaken waarbij automatisering een rol speelt; je kind moet bijvoorbeeld door stampen de plus- en minsommen tot en met 20 of de tafels vlot leren. Je ziet dat kinderen met dyslexie deze sommen vaak nog moeten uitrekenen, terwijl klasgenoten deze sommen uit het hoofd kennen. Als je kind alles nog moet uitrekenen dan kost dit natuurlijk veel tijd, waardoor je kind langer zal doen over bepaalde rekentaken of misschien meer fouten zal maken omdat het door de tijdsdruk vlotter dan hij of zij kan zal gaan werken.
Het automatiseren van bijvoorbeeld de tafels duurt vaak (veel) langer bij kinderen met dyslexie. Het vergt dus veel oefening thuis en op school. Met het oefenen is het belangrijk om gebruik te maken van de sterke kanten en interesses van je kind. Kinderen met dyslexie zijn vaak creatieve, beeldende of logische denkers; laat je kind meedenken, wat vindt hij of zij een leuke manier om de tafels te oefenen. Ook kunnen kinderen met dyslexie vaak goed het overzicht houden, ze hechten minder waarde aan details. Het is daarom belangrijk om je kind het nut te laten inzien van het leren van de tafels. Leg uit dat het gebruik van tafels het herhaald optellen is van eenzelfde getal. Geef ook aan dat je de tafels dagelijks om je heen ziet en gebruikt, maak je kind hiervan bewust door bijvoorbeeld opdrachtjes als het tellen van stoeptegels, appels in schalen bij de supermarkt, flessen in een krat, stoelpoten, groepjes kinderen op school of tijdens sport etc. Geef als laatste ook aan welke tafels jullie allemaal gaan leren. Hang bijvoorbeeld een tafelposter op of print een tafeldiploma uit en vink samen telkens af welke tafel je kind al kent.
Een ander kenmerk dat je vaak ziet bij kinderen met dyslexie is dat ze praktisch zijn ingesteld. Oefen dus niet alleen de tafels op papier maar ook door het doen van spelletjes. Om al dit oefenen leuk te houden geef ik je enkele tips om thuis op een leuke, speelse manier de tafels met je kind te kunnen oefenen. Wissel verschillende oefeningen af en oefen het liefst elke dag even kort in plaats van één keer erg lang.
Je kan als ouder aan school vragen om huiswerkbladen om de tafels te oefenen, ook kan je zelf op internet oefeningen printen om de tafels te oefenen. Of kijk eens bij de boekhandel, de werkboekjes van Deltas zijn vaak ook leuk om de tafels mee te oefenen. Of maken samen met je kind flitskaartjes op (gekleurd) papier. Aan de ene kant schrijf je de tafelsom en aan de andere kant schrijf je het antwoord. Maar naast het oefenen op papier, wat veelal op school geoefend wordt is het ook goed en leuk om de tafels met oefeningen te oefenen waarbij je hele lichaam gebruikt. Bewezen is dat hoe meer zintuigen je gebruikt, des te beter je hersenen nieuwe informatie opslaan. Kinderen vinden het bovendien vaak leuk om bewegend nieuwe dingen te leren.
Tafels kan je bijvoorbeeld al bewegend leren door kinderen in een ruimte of buiten stappen vooruit te laten maken, bij elke stap zegt het kind bijvoorbeeld de tafel van 2. Bij de eerste stap zegt het kind 1×2=2, bij de tweede stap zegt het 2×2=4 etc. Bij het achteruit stappen zegt het kind dan ook de tafelsommen vanaf 10×2=20 weer terug. Het kind komt dan ongeveer op hetzelfde punt terug. Dit kan ook op een trap. Bij elke stap op een tree naar boven zegt je kind de volgende tafelsom 1×2=2, 2×2=4 etc. en bij elke stap naar beneden zegt je kind de vorige tafelsom 3×2=6, 2×2=4 etc. Je kan eventueel de tafelsommen van de tafel die jullie aan het oefenen zijn tijdelijk op de trap plakken. Zodat je kind dit altijd ziet als het de trap op- of afloopt.
Een andere leuke oefening waarbij je kind gebruikt maakt van het lichaam is om samen hardop te tellen tot en met 30. En dan bijvoorbeeld als opdracht te geven om bij de antwoorden van de tafel van 2 in de handen te klappen en bij de tafel van 3 met de voet op de grond te stampen. Je kind merkt dan ook meteen met het lichaam dat de getallen 6 -12-18 bijzondere getallen zijn omdat ze in beide tafels voorkomen. Dit kan ook met andere tafels (bv 3 & 6, 4 & 8) of andere variaties.
De tafels kunnen ook geoefend worden met het overgooien van een bal of frisbee. Als je de bal gooit naar je kind noem je een tafelsom, je kind gooit de bal terug en noemt het antwoord. Je kan hierbij het tempo versnellen als het goed gaat. Ook kan je de rollen eens omdraaien, het kind noemt dan de tafelsom en jij als ouder noemt het antwoord. Je kind moet dan wel benoemen of het goed of fout is (ook leuk om af en toe expres een fout antwoord te geven). Een vergelijkbare oefening kan je doen door bijvoorbeeld de bal buiten over te trappen.
De samenwerking tussen de linker- en rechterhersenhelft is erg belangrijk bij het aanleren van de tafels. Een leuke oefening hiervoor is om je kind beurtelings met de duim: de wijsvinger, de middelvinger, de ringvinger en de pink te laten aantikken. En daarna weer terug, dit wordt ook wel pinkelen genoemd. Door dit eerst even te oefenen met beide handen tegelijk kan je daarna de tafel die je wilt oefenen toevoegen. Laat je kind tijdens het pinkelen de tafel van 3 bijvoorbeeld opzeggen. Dit kan ook door middel van de oefening duimen. Door je kind de duim van de ene hand tegen de wijsvinger van de andere hand te laten zetten en daarna de duim tegen de andere wijsvinger tegen plaatsen en deze beweging te blijven herhalen. Tijdens het duimen kan dan ook de tafel worden opgezegd.
Mocht je kind ondanks al het oefenen de tafels maar niet kunnen automatiseren dan kan het ook zijn dat er andere rekenproblemen zijn, bijvoorbeeld dyscalculie. Dyscalculie komt soms ook samen voor met dyslexie. Mocht je hier als ouder aan denken dan kan je eventueel ook contact opnemen met onze rekenspecialisten bij Rekenlicht. Zij doen onderzoek naar rekenproblemen en dyscalculie en geven ook begeleiding.
Heel veel plezier en succes met oefenen, en mocht jij of je kind nog leuke oefentips hebben geef ze aan ons en andere ouders door, door ze hieronder in een reactie te plaatsen!
Auteur: Liesbeth Greiving
Studieus beschikt over een groot
archief aan interessante en
handige artikelen.
Deze website gebruikt alleen functionele en analyse cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.