Wat als je kind teleurgesteld thuiskomt met een onvoldoende, terwijl jullie de hele week hard hebben geleerd? Met het thuis overhoren leek je kind de stof goed te beheersen. Hoe kan het dan dat je kind de toets niet goed maakt? Was de toets dan toch te moeilijk? Was de vraagstelling niet duidelijk? Had je nog iets meer met je kind moeten oefenen? Of heeft je kind last van faalangst en klapt het dicht tijdens het maken van een toets, een dictee of het geven van spreekbeurt? Dit laatste komt vaak voor, vooral bij kinderen met dyslexie. Maar hoe kan je als ouder je kind helpen om te leren omgaan met deze angst om te falen? In deze blog vertel ik je iets meer over faalangst en geef ik tips hoe je kan omgaan met de faalangst van je kind.
Om te weten hoe je je kind het beste kan helpen om te gaan met faalangst, is het eerst belangrijk dat je weet wat faalangst nu precies is. Het woord faalangst zegt het eigenlijk al: het is de angst om te falen op het moment dat er gepresteerd moet worden. Je kind is bang dat het ondanks het vele leren en oefenen toch geen goed cijfer haalt. Deze angst heeft dus te maken met een bepaalde taak en is daarom gekoppeld aan de momenten die met die bewuste taak te maken hebben. Sommige kinderen voelen alleen de angst op het moment van de toets. Anderen kunnen ook in de uren daarvoor een gevoel van angst ervaren. Naast angstige gedachtes kan je kind ook last krijgen van klamme handen, hoofdpijn, zweten, misselijkheid, hartkloppingen of buikpijn. Dit maakt het allemaal niet makkelijker om goed te presteren tijdens de toets. Naast dat kinderen last kunnen hebben van allerlei lichamelijke reacties door de faalangst, kunnen ze o.a. ook een eigen, vaak iets negatieve, manier van denken ontwikkelen. Faalangst kan bijvoorbeeld zorgen voor een negatief zelfbeeld. Dit betekent dat kinderen niet in hun eigen kunnen geloven. Hierdoor kunnen ze ook taken of opdrachten uitstellen of uit de weg gaan. Door bijvoorbeeld alleen maar te makkelijke opdrachten te kiezen.
Kinderen met een leerobstakel, zoals dyslexie, hebben een grotere kans op faalangst. Deze kinderen merken vaak al dat ze anders zijn dan hun klasgenoten. Ze merken bijvoorbeeld dat ze slechter zijn in lezen of in spelling. Ook merken ze dat ze informatie soms anders verwerken dan hun klasgenoten. Leren lezen en schrijven zijn belangrijke vaardigheden op school. Als dit dan niet zo wil lukken kan dit het zelfvertrouwen van kinderen schaden. Vooral als deze kinderen ook vervelende of negatieve ervaringen op doen in de klas. Bijvoorbeeld wanneer ze worden uitgelachen tijdens het hardop lezen in de klas. Maar ook doordat het dictee keer op keer slecht wordt gemaakt ondanks het vele oefenen. De stress en spanning die het kind dan kan ervaren bij een volgende leesbeurt of bij het volgende dictee kan ervoor zorgen dat de verwerking van taal wordt geblokkeerd. Hierdoor kan een kind met dyslexie hier nog meer nadeel van ondervinden.
Het meest vervelende van faalangst is dat deze kinderen vaak onder hun niveau presteren. Als ouder trek je dit jezelf vaak erg aan. Je weet heel goed dat je kind meer in zijn of haar mars heeft en je ziet dat dit er nu niet uitkomt. Ook kan het voorkomen dat een kind te lang door wil gaan met leren. Omdat het nooit tevreden is met hoe goed hij of zij de leerstof kent. Maar hoe kan je kind toch op het moment van de toets het beste uit zichzelf halen, zonder overspoeld te worden door faalangst? De volgende tips kunnen hierbij helpen.
Leer je kind dat het fouten MAG maken! Iedereen maakt fouten en fouten maken hoort bij het leven. Hier kan je van leren. Bespreek bijvoorbeeld met je kind wat het van zijn of haar fouten geleerd heeft. En geef aan dat je kind de volgende keer deze fout waarschijnlijk niet meer zal maken. Zo zet je een negatief gevoel om in iets positiefs. Geef hierin als ouder dan ook het voorbeeld door bijvoorbeeld bij een eigen gemaakte fout hardop te verwoorden wat er nu verkeerd ging, hoe jij je nu voelt en wat je anders gaat aanpakken om toch het gewenste resultaat te bereiken. Door te laten zien dat je als volwassene soms ook foutjes maakt en deze zonder dat je je er erg drukt om maakt kan verbeteren, leert je kind ook dat fouten maken niet erg is.
Help je kind met het voorbereiden van (prestatie)taken en complimenteer je kind op de voorbereiding. Een goede voorbereiding is namelijk het halve werk. Een deel van de angst kan je wegnemen door je kind goed voorbereid aan een toets te laten beginnen. Benoem ook wat je kind nu allemaal gedaan heeft om te kunnen slagen. Hierdoor geef je je kind meer vertrouwen in zichzelf; hij of zij heeft er echt zijn best voor gedaan. Want niet alleen de prestatie op zich is belangrijk, maar ook het hele proces voorafgaand aan de prestatie. Mocht je kind achteraf niet naar verwachting presteren, dan kan je altijd samen kijken of jullie de manier waarop je kind geoefend heeft kunnen aanpassen. Mocht je kind wel goed presteren dan weten jullie dat deze manier van leren wel werkte voor je kind. En hoe je kind het dus een volgende keer weer kan aanpakken. In beide gevallen kan je je kind als ouder complimenten geven op de inzet en de aanpak van de (prestatie) taak.
Help je kind om anders, en vooral positiever te denken! De vervelende gedachten die je kind nu in zijn of haar hoofd heeft, gaan niet helpen de toets beter te maken. Ga samen met je kind zitten en schrijf bijvoorbeeld op welke gedachten het kind heeft over de toets, spreekbeurt of het dictee. Bespreek daarna welke gedachten wel helpend zijn en welke gedachten niet helpend zijn. Beschrijf bij elke gedachte welk gevoel deze gedachte oproept in het lichaam. Bijvoorbeeld blij, ontspannen, hoofdpijn of buikpijn. Als laatste ga je samen opschrijven hoe dit gevoel zich uit in het gedrag van je kind Bijvoorbeeld een ontspannen gevoel kan zich uiten in een goede concentratie tijdens de toets. Buikpijn kan voor afleiding zorgen, waardoor je kind niet meer goed kan nadenken en langer over de toets doet of meer foutjes maakt. Probeer daarna het verschil tussen de helpende en niet helpende gedachten te bespreken en probeer je kind ook duidelijk te maken dat de manier waarop je denkt van invloed is op wat je in lichaam voelt en hoe je vervolgens presteert. Je kind heeft hier dus invloed op!
Leer je kind om te gaan met lichamelijke spanning. Je kan op Youtube zoeken naar ontspanningsoefeningen, ademhalingsoefeningen of misschien meditatieoefeningen. Je kind kan deze, wanneer het spanning ervaart tijdens de toets, toepassen zodat het meer kan ontspannen. Wat vaak al heel goed helpt is om even de ogen te sluiten en een aantal keren rustig door de neus in en door de mond uit te ademen.
Zelf vind ik het altijd belangrijk om een leerling na een gemaakte toets, presentatie of een dictee niet een compliment te geven op het resultaat, maar een groots en gericht compliment op de inzet! Dit toont dat je een kind waardeert om zijn of haar harde werken en niet om de behaalde cijfers.
Ik hoop dat deze blog je heeft geholpen om de faalangst bij je kind beter te begrijpen en dat de tips je kunnen helpen om je kind met minder spanning een prestatiegerichte taak te laten volbrengen. Mocht je zelf nog goede tips hebben voor andere ouders, deel ze dan hieronder.
Auteur: Liesbeth Greiving
Studieus beschikt over een groot
archief aan interessante en
handige artikelen.
Deze website gebruikt alleen functionele en analyse cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.